Boutique event met Julie Munneke

Boutique Event – Van idee tot realisatie met Julie Munneke

Vandaag zetten we Julie, oprichter van Tiny Library, in het zonnetje.

Samen met 25 vrouwen uit de WDB-community verzamelden we ons vorige maand in het gebouw waar Tiny Library haar kantoor heeft, klaar om haar verhaal te horen. Ik ken Julie inmiddels zeven jaar, sinds ze een coachingstraject bij mij volgde. Sindsdien is ze vast member van de WDB community en maakt ze oa deel uit van een vaste intervisiegroep, die elkaar elk kwartaal ontmoet om samen te werken. In de afgelopen jaren heb ik haar ontwikkeling als ondernemer en als mens van dichtbij mogen meemaken. Wat begon als een professionele relatie, groeide uit tot een vriendschap waarin ik haar uitdagingen zag overwinnen en zag groeien.

Tijdens dit Boutique Event staan we niet alleen stil bij Julie’s zakelijke succes, maar ook bij de waardevolle lessen die ze onderweg heeft geleerd. Julie’s reis begon in 2019, toen ze de sprong waagde om haar vaste baan op te zeggen en haar eigen bedrijf te starten. Ze nam ons mee in haar verhaal, vol ups en downs, verteld met de openheid en eerlijkheid die haar zo kenmerkt. Wat deze avond zo bijzonder maakte, was dat haar verhaal ons allemaal raakte. Het herinnerde ons eraan dat ondernemerschap niet draait om zekerheid, maar om het lef om door te zetten, zelfs als je de antwoorden nog niet hebt.
De diepe verbinding die ontstond tijdens het delen van haar ervaringen – over zelfzorg, doorzettingsvermogen en groot durven denken – inspireerde ons om na te denken over onze eigen dromen en uitdagingen. Deze avond was niet alleen een viering van Julie’s reis, maar een uitnodiging voor ons allemaal om te reflecteren op onze eigen weg en de stappen die we willen zetten.

“Wat fijn dat je er bent. Hoe zit jij erbij, Julie?”
“Ja, goed. Ik heb er zin in.”

“Wat is jouw intentie voor deze avond?”
“Ik wil eigenlijk gewoon lekker opgeladen met volle energie weer naar huis gaan. Dat is altijd zo als ik van een Boutique event of een bijeenkomst als deze kom. Het zijn altijd mensen met boeiende verhalen, en daar krijg ik veel energie van. Dat is ook mijn intentie voor vanavond.”

“Dat is mooi. Ik denk dat we allemaal een beetje die energie willen meepakken. Laten we er dan maar eens in duiken. Jij hebt Tiny Library in de wereld gezet, en ik moet zeggen: dat was, om in een woordspeling te blijven, een hele bevalling! Ik ken je verhaal natuurlijk, maar voor de anderen hier, hoe is dat ontstaan?

Je werkte destijds bij Ahold?”
“Ja, klopt. Toen ik zwanger was van mijn tweede kind, dacht ik in eerste instantie: ‘Oh, ik heb al die spullen nog wel van de eerste.’ Maar toen kwam ik erachter dat ik eigenlijk nog meer spullen nodig had, vooral omdat mijn kinderen vrij dicht op elkaar geboren werden. Het zou zo handig zijn als je spullen gewoon tijdelijk kon gebruiken en daarna weer kon terugsturen. Op dat moment had ik een behoorlijk drukke baan bij Ahold, en ik had eigenlijk geen tijd om ’s avonds op Marktplaats te speuren. Dat deed ik wel voor mijn oudste kind, maar dat kostte veel tijd en de resultaten waren vaak net niet wat ik wilde. Toen dacht ik: ‘Als er nou een service zou zijn waar je tijdelijk spullen kunt huren, dan zou dat ideaal zijn.’”

Het begon dus eigenlijk met de praktische gedachte dat er zo’n service moest komen?
“Ja, maar er speelde ook iets anders mee. Ik werkte bij Ahold, maar zat op een plek waar ik niet helemaal happy was. Ik zat in Zwolle, in een vrij operationele omgeving waar ik niet echt tot mijn recht kwam. Dus het was een combinatie van factoren: ik voelde niet meer de energie op werk en had tegelijkertijd dit idee. Ik dacht: ‘Zal ik ervoor gaan? Maar dat was niet zomaar een beslissing. Eerst nam ik een sabbatical van negen maanden, iets dat ik al van tevoren had aangekondigd. Tijdens die periode werd ik opnieuw zwanger en heb ik uiteindelijk besloten mijn baan op te zeggen. Het was best een geforceerde beslissing, maar het bleek de juiste stap voor mij.”

Wat gaf uiteindelijk de doorslag om echt voor je bedrijf te gaan?
Dat weet ik nog heel goed. Ik had lange tijd getwijfeld, maar op een dag liep ik met mijn man door het park. Hij is ondernemer en stelde me een simpele vraag: ‘Wat als je nog maar vijf jaar te leven hebt? Wat zou je dan doen?’ Dat zette me aan het denken. Toen wist ik het: ik zou mijn baan opzeggen en voor dit idee gaan. Dat was het moment waarop alles duidelijk werd voor me. Ik moest het gewoon gaan doen.”*

En toen heb je de sprong gewaagd?
“Ja, maar wel in een aantal stappen. Tijdens die negen maanden sabbatical had ik al een lancering gedaan en wat klanten binnengehaald. Ik had ook financiering opgehaald, wat voor wat financiële zekerheid zorgde. Ik had van tevoren goed gespaard, zodat ik mezelf kon uitbetalen tijdens de sabbatical en daarna, met hulp van die financiering, nog steeds een salaris kon ontvangen. Dat gaf rust en maakte de overgang wat makkelijker.”

Je hebt die sabbatical dus echt gebruikt om je bedrijf op te zetten.
“Ja, absoluut. Mijn man en ik hebben ook heel goed naar de kosten en uitgaven gekeken, zodat ik wist wat er financieel nodig was. Dat gaf me een solide basis om verder te gaan. We hadden dus echt goed gekeken naar wat we nodig hadden en hoe we dat konden realiseren, zowel thuis als voor het bedrijf. Dat gaf me rust, want ik wist dat de basis verzekerd was. Daarna kwam het moment dat ik echt aan de slag ging. Ik had financiering geregeld en tijdens mijn sabbatical al wat voorbereidingen getroffen, maar toen kwam het moment dat de wereld veranderde. In maart had ik financiering rond, maar toen kwam corona. Dat maakte 2020 een bijzonder turbulent jaar. Ik was al zwanger, dus ik ging ook nog met verlof. Het was een hectische tijd, om het zacht uit te drukken.”

Ja, dat kan ik me voorstellen. Hoe ben je ondanks dat toch begonnen?
“Het was een combinatie van nadenken, praten en uiteindelijk gewoon beginnen. Soms blijf je heel lang met een idee rondlopen zonder echt te starten, en dat was iets wat ik absoluut wilde vermijden. Op 1 juni 2020 stopte ik bij Ahold, en volgens mij had ik op 17 juni al mijn website live staan. Het was echt zoiets van: ‘Hup, we gaan ervoor!’”

“Had je toen al alles klaarstaan? Zoals de producten?”
Nee! Dat is het gekke. Ik had eigenlijk helemaal niks om te verhuren op dat moment. Ik had de website online staan zonder een back-end of voorraad. Ik wilde gewoon kijken wat er zou gebeuren.
Het klinkt misschien alsof het makkelijk was, maar dat was het zeker niet. In het begin dacht ik: ‘Oh mijn god, wat heb ik nu gedaan?’. Het was impulsief, en ik kreeg meteen feedback van mensen die de website hadden gezien. Dat maakte me best onzeker. Maar ik had mezelf een deadline gesteld en had geen tijd te verliezen. Dus ik ben doorgegaan.”

Wat was je prioriteit op dat moment?
“De belangrijkste vraag voor mij was: hoeveel mensen zouden dit concept willen? Het ging om het testen van de interesse. Ik wilde zo snel mogelijk feedback krijgen van echte klanten. Dat was belangrijker dan alles tot in de puntjes uitwerken.”

“Hoe kreeg je die eerste feedback?”
“Dat ging vooral via mijn eigen netwerk. De eerste vijf klanten waren mensen die ik kende, zoals collega’s en vrienden. Ik stuurde hen gewoon een berichtje: ‘Zou je dit willen proberen?’. LinkedIn hielp me ook enorm. Ik ben niet zo van Instagram, maar LinkedIn werkte goed voor mij.”

“Wat gebeurde er daarna?”
“Ik herinner me dat ik op vakantie was en iets postte over de livegang van mijn website. Dat bericht ging viraal! Ik had echt geen idee wat me overkwam. Er kwamen enorm veel reacties, en dat bevestigde voor mij dat ik op de goede weg zat. Het was een moment van: ‘Oh, mensen snappen dit idee en vinden het leuk!'”

“Hoe ver was je toen met je business?”
“Eigenlijk had ik niets. Alleen een website en een idee. Maar je hoeft ook niet veel te hebben om te beginnen. Je kunt je visie of idee delen en kijken hoe mensen reageren. Dat werkte voor mij goed. Ik ben van mening dat je vaak eerder kunt beginnen dan je denkt. Het hoeft niet allemaal perfect te zijn.”

“En dat testen hielp jou dus echt?”
“Ja, dat was cruciaal. Je kunt wel wachten totdat je alles hebt uitgedacht, maar uiteindelijk zijn het de echte klanten die bepalen of iets werkt. Toen ik mijn eerste bestelling kreeg van iemand die ik niet kende, wist ik dat ik iets goeds in handen had.”

“Ik heb altijd geprobeerd te focussen op de feedback van echte klanten, omdat die het meest waardevol is. Je kunt wel onderzoek doen of vrienden laten meedenken, maar dat is niet altijd representatief.”

“Hoe heb je dan je prijzen bepaald, bijvoorbeeld?”
“Dat heb ik deels getest met surveys. Er zijn een paar goede vragen die je kunt stellen om te toetsen hoe mensen naar prijzen kijken. Zoals: ‘Wat vind je te goedkoop?’ en ‘Wat vind je te duur?’. Daarmee kun je aardig wat leren over wat de markt bereid is te betalen.”

“En toen je eenmaal up and running was, wat gebeurde er toen?”
“Ja, toen ben ik eigenlijk pas echt begonnen met het uitwerken van het businessmodel. Ik ging nadenken over vragen als: hoe werkt dit precies? Waar verdien je je geld mee? Hoeveel klanten heb je nodig om een solide plan te maken?
Hoewel ik een financiële achtergrond heb, ben ik dus niet begonnen met een businessmodel. Via de Impact Hub en het accelerator programma daar, kreeg ik de structuur die ik nodig had. Het programma bood coaching en deadlines, wat me hielp om gefocust te blijven en mijn plannen concreet te maken. Zonder die deadlines zou ik waarschijnlijk opgeslokt zijn door de dagelijkse gang van zaken. Het hielp me enorm om helder te krijgen hoeveel klanten ik nodig had om winstgevend te worden en waar mijn verdienmodel precies lag.”

Hoe kwam je op dat soort plekken terecht?”
“Via mijn netwerk. Ik had een oud-collega die iets in de babyvoeding was gestart, en hij zei dat ik daar eens moest gaan praten. Dat heeft me erg geholpen. Maar ik denk ook dat het kwam doordat ik actief dingen op LinkedIn deelde, waardoor mensen zagen waar ik mee bezig was.”

En toen kwamen mensen naar je toe?
Ja, precies. Ze boden steun of ideeën aan. Bijvoorbeeld over die start-up hub. Ik heb in die tijd met heel veel mensen gesproken, maar het was ook wel een lastige periode. Je krijgt namelijk ontzettend veel feedback en soms ongevraagd advies. Van kleine praktische dingen zoals: ‘Oh, je moet echt niet met 06-nummers werken,’ tot allerlei andere adviezen die op zich nuttig zijn, maar waar ik op dat moment nog helemaal niet mee bezig was. Soms merkte ik ook dat mensen hun eigen ervaringen op mij projecteerden, en dan is het moeilijk in te schatten of dat advies ook echt voor mij relevant was.”

“Al die feedback was dus soms ook overweldigend?”
“Ja, zeker. Iedereen heeft wel een mening of een advies, en niet alles is even relevant. Soms kreeg ik feedback waar ik op dat moment nog helemaal niet mee bezig was. Het is heel belangrijk om daarin een balans te vinden. Je moet niet alles aannemen, maar wel openstaan voor feedback en relevante tips . Voor mij werkte het uiteindelijk beter om gewoon dingen te gaan doen. Op een gegeven moment realiseerde ik me dat het niet hielp om met iedereen te praten. Je krijgt zoveel verschillende adviezen dat je op maandag denkt: ‘Ik moet dit doen’, en op dinsdag weer iets totaal anders hoort. Dan wist ik op een gegeven moment niet meer wat ik moest doen. Toen ben ik daar heel bewust mee gestopt en ben ik gewoon begonnen. Ik denk dat het ook wel in mijn aard ligt om gewoon aan de slag te gaan.”

“Ja, het klinkt alsof dat inderdaad iets is wat bij je past. Gewoon doen in plaats van te veel praten.”
“Precies! Als ik overal advies ga halen, leidt het alleen maar af en word ik onzeker. Dus ik heb geleerd om gewoon te doen en te ervaren. Het helpt veel meer om zelf aan de slag te gaan.”

“Waar ben je doorheen gegaan als bedrijf in die eerste jaren?”
“Het ging allemaal veel langzamer dan ik had gehoopt. De eerste jaren waren echt trekken en sleuren, het voelde alsof ik constant tegen de stroom in aan het zwemmen was. Het kostte me veel energie, en soms vroeg ik me echt af: ‘Waarom ben ik dit aan het doen? Ik zou net zo goed thuis bij mijn kinderen kunnen zijn.’ Het gebrek aan perspectief vond ik lastig. Je hebt geen idee waar je naartoe werkt, en dat maakt het moeilijk om gemotiveerd te blijven.”

“Maar je bleef toch doorgaan. Wat hield je op de been?”
“Je hebt van die kleine successen die je net genoeg motivatie geven om door te gaan. Elke keer kwam er precies op tijd iets op mijn pad dat me weer verder bracht. Elke keer wel weer een lichtpuntje waar ik me aan vast hield. Of dat er iemand op mijn pad kwam die zei: “Ik ga je helpen”. Ik heb bijvoorbeeld op een gegeven moment iemand ontmoet die de hele operatie even van me overnam. Dat was echt een verademing! Dat soort hulp is echt goud waard.”

“En hoe was het toen je investeerders ging betrekken? Dat maakt de dynamiek toch heel anders.”
“Ja, dat klopt. Vanaf het begin wist ik al dat ik schaalgrootte nodig had om genoeg te verdienen. Je kunt niet klein blijven en iedereen blijven uitbetalen, dus ik wist dat ik financiering moest aantrekken. En dan zit je daar eenmaal in en dan moet je door, zeg maar. Dat is het ook een beetje. Ik heb altijd impact-investeerders gehad die volledig achter de missie en visie stonden, en niet gericht waren op korte termijn winst. Dat was voor mij heel belangrijk. Ze hebben me daarin altijd enorm gesteund.”

En hoe heb je die investeerders gevonden?
Via de Impact Hub kwam ik in contact met investeerders en door veel te netwerken. Ik sprak met andere ondernemers die in dezelfde fase zaten, en zo ontdekte ik al snel wat de mogelijkheden waren. Netwerken kan overal: zelfs op een buurtfeest kom je soms iemand tegen die zegt: “Ik ken wel iemand daar.” Dan vraag ik meteen wie dat is, schrijf het op, en bel de volgende dag om te vragen of ze me kunnen introduceren. Het is belangrijk om goed te weten wat je nodig hebt en wie je daarvoor moet benaderen. Ik ben altijd heel selectief geweest in wat ik doe, maar ik weet welke evenementen nuttig zijn. Vooraf kijk ik bijvoorbeeld wie er op de gastenlijst staan en welke gesprekken ik moet voeren om de juiste mensen te spreken. Je moet ook goed voorbereid zijn en helder hebben wat je intentie is en wat je nodig hebt, en daar scherp op blijven.

Heb je je daar altijd vrij in gevoeld? Of vond je het soms lastig om op mensen af te stappen?
Zeker in het begin vond ik het lastig. Vrouwen krijgen vaak opmerkingen zoals: “Doe je dit naast je kinderen? Werk je vanuit je garage?” Het voelde soms alsof ik werd weggezet als een moeder met een hobbybedrijfje. Dat vond ik behoorlijk moeilijk. Daarnaast herinner ik me een gesprek met een investeerder waar totaal geen klik was. Ik voelde me toen zo onzeker, en dat straalde ik ook uit. Als je zelf twijfelt, merk je dat de feedback die je terugkrijgt dat ook reflecteert. Maar ik heb geleerd om die onzekerheid van me af te zetten en echt achter mijn eigen visie en idee te staan. Dat vertrouwen straal je dan ook uit.

Wat heeft je geholpen om daar overheen te stappen?
Het was een kwestie van het gewoon doen, steeds opnieuw. Ik heb ook veel aan mijn persoonlijke ontwikkeling gewerkt. Via Women Development Boutique en de coaching die ik kreeg, ben ik bewust met mijn uitdagingen aan de slag gegaan. Als ik ergens niet uitkwam, zocht ik hulp. Dat heeft me enorm geholpen om sterker en zekerder te worden in mijn aanpak.

“Wat heb je in dat proces over jezelf ontdekt?”
“Wat ik vooral heb ontdekt is dat de dingen waar ik bij Ahold tegenaan liep, ik nog steeds tegenkom. Ik dacht dat als ik iets voor mezelf zou doen, ik alles anders zou kunnen inrichten. Maar dat bleek niet zo te zijn. De problemen waar ik bij Ahold tegenaan liep, kwamen in mijn eigen bedrijf net zo goed naar voren. Dat was wel een eye-opener. Ik realiseerde me dat het niet aan het bedrijf lag, maar aan mij. Ik moest aan mezelf werken.”
“Het ligt in mij. Bijvoorbeeld dingen zoals altijd te veel plannen op een dag, de lat te hoog leggen, en te veel willen doen. Ik dacht dat dat vooral iets was bij Ahold, maar het blijkt gewoon iets van mijzelf te zijn. Dat inzicht kwam pas later.”

“Dat zijn belangrijke inzichten. Je noemde eerder dat je ook gewerkt hebt aan je zelfverzekerdheid. Hoe is dat veranderd voor jou?”
“Ja, ik heb altijd wel mijn mannetje gestaan in sociale omgevingen, maar op werkgebied vond ik het vaak lastig om mijn verhaal naar voren te brengen. Ik ging als een soort jonkie achterin zitten en vond het moeilijk om mijn visie uit te dragen. Dat is iets waar ik echt aan heb gewerkt.”

“En hoe heeft dat zich in jou ontwikkeld? Hoe heb je die switch gemaakt?
“Het begon eigenlijk met een heel simpele maar krachtige vraag die jij me stelde: ‘Wat is voor jou succes?’ Dat was voor mij echt een eye-opener. Ik besefte ineens dat succes meerdere definities kan hebben. Voorheen had ik mezelf zoveel druk opgelegd en dacht ik: ‘Als dit niet slaagt, dan is het een mislukking.’ Daardoor schoot ik vaak meteen in de stress en voelde ik me steeds ongelukkiger. Het leek alsof er niets meer werkte, en ik zat vast in die negatieve spiraal.
Maar op een gegeven moment heb ik die switch gemaakt. Ik realiseerde me: ‘Ik doe mijn best, ik zet me volledig in voor dit concept, en dat is wat telt, ongeacht de uitkomst.’ Dat besef kwam niet van de ene op de andere dag. Ik heb het stap voor stap moeten oefenen, onder andere door affirmaties voor mezelf op te schrijven. Dat hielp me om de focus te verleggen van alleen het eindresultaat naar het proces zelf. Uiteindelijk werd ik rustiger en begon ik meer in het moment te leven. Ik leerde vrede te sluiten met het idee dat het ook oké zou zijn als het niet zou lukken. Toen ik die druk losliet, voelde alles veel lichter en vrijer.”

Dat klinkt als een bevrijdend inzicht. Hoe heeft dat je geholpen met beslissingen in je bedrijf?
“Ja, dat heeft me zeker geholpen, ook met praktische beslissingen. Bijvoorbeeld, toen ik met een medewerker werkte die gewoon niet de juiste match bleek te zijn. Ik vond het ontzettend moeilijk om dat aan te pakken, omdat ik bang was voor de gevolgen. Ik dacht: ‘Wat als zij weggaat? Hoe ga ik dat opvangen?’ Maar dankzij dat inzicht kon ik de situatie anders benaderen. Tijdens een sessie met jou werd het me duidelijk dat ik mijn gevoel moest volgen en eerlijk moest zijn over wat niet werkte. Het loslaten van die angst voor de uitkomst gaf me de ruimte om de juiste beslissingen te nemen, zonder mezelf in de weg te zitten.”
Je hebt nu veel personeel onder je hoede. Wat heb je geleerd over het omgaan met medewerkers?”
“In het begin was ik eigenlijk te aardig. Ik dacht: ‘Oh, fijn dat je komt werken! Wat leuk dat je hieraan wilt bijdragen, ik moet het vooral gezellig maken.’ Ik was heel dankbaar dat mensen voor me wilden werken, en dat zag ik als mijn verantwoordelijkheid: ik wilde het voor iedereen prettig maken. Daarbij dacht ik ook vaak: ‘Ik betaal al niet zoveel, dus ik kan ook niet veel van ze verwachten.’ Maar op een gegeven moment wil je wel op mensen kunnen bouwen en moet je het gesprek aangaan over wat je van elkaar verwacht.

Ik weet nog dat jij me toen zei: ‘Je betaalt haar salaris, dus je mag ook gewoon wat van haar verwachten.’ Dat was voor mij echt een eye-opener. Ik begon in te zien dat het belangrijk is om duidelijk te zijn over de verwachtingen, ook als je niet de hoogste salarissen kunt bieden. Het moet niet alleen maar leuk en gezellig zijn. Natuurlijk is een goede sfeer belangrijk, maar door wat ik heb geleerd over verbindend gezag weet ik nu dat het ook gaat om duidelijkheid en heldere afspraken. We werken samen aan een succes, maar dan moet iedereen wel begrijpen wat dat van hen vraagt.

Ik heb veel geleerd over die balans: werken in verbinding, maar wel met duidelijke verwachtingen. Inmiddels snap ik ook beter dat mensen hier wíllen werken, en als het niet bevalt, kan ik ook een andere keuze maken. Dat geeft me veel meer rust, omdat ik nu meer keuze heb en sterker in mijn schoenen sta.”

“Dat klinkt als een belangrijke les. Hoe kijk je nu naar je rol als werkgever?”
“Ik wil alleen nog maar werken met mensen die positieve energie brengen en echt willen bijdragen. Als dat niet het geval is, is het beter om afscheid te nemen. Ik ben ook minder geneigd om gaten van anderen op te vullen, wat ik eerder altijd deed. Vroeger dacht ik: ‘Als iedereen maar gelukkig is, dan fix ik de rest wel.’ Dat zorgde ervoor dat ik mezelf altijd wegcijferde en alles zelf ging oplossen. Nu stel ik veel meer mijn eigen belang voorop. Ik wil alleen werken met mensen die passen bij wat we hier willen bereiken en anders is het beter om een andere keuze te maken.”

“Als je nu terugkijkt, wat had je anders willen doen?”
“Ik zou veel groter hebben durven denken en sneller bepaalde stappen hebben genomen. Mannen in vergelijkbare situaties halen vaak in één keer tien miljoen op, terwijl ik het in kleinere stappen heb gedaan. Ik had sneller kunnen groeien als ik meer vertrouwen had gehad om groter te denken.”

“Wat had dat je gebracht, sneller groeien?”
“Meer perspectief, denk ik. Als je sneller groeit, zie je eerder waar je naartoe werkt. Het zou misschien ook voor meer rust hebben gezorgd, omdat ik dan minder lang in die onzekerheid had gezeten.”

“Wat heeft je ervan weerhouden om groter te denken?”
“Ik denk dat ik mezelf soms in de weg heb gezeten. Ik heb jaren gewerkt zonder mezelf uit te betalen en maakte veel te veel uren. Achteraf gezien had ik meer moeten letten op mijn eigen welzijn. Als ik dat had gedaan, zou het niet alleen voor mijzelf, maar ook voor het bedrijf beter zijn geweest.”
“Toen je net vertelde over die eerste drie jaar, voelde ik bij jou ook wat verdriet opkomen. Klopt dat?”
“Ja, dat klopt. Die eerste drie jaar waren echt zwaar. Ik heb er veel van geleerd, maar als ik erop terugkijk, voel ik geen vreugde. Het was een tijd van hard werken, waarin ik vaak het gevoel had dat er weinig vooruitgang was. Ik haalde er niet veel plezier uit, het voelde meer als overleven. Pas later realiseerde ik me dat ik mezelf helemaal wegcijferde. Ik dacht altijd dat het bedrijf voorop moest staan, maar vergat daarbij wat ik nodig had om het vol te houden.”
“Dat is een interessant inzicht.”
“Ja, het is eigenlijk een paradox. Ik dacht steeds dat het bedrijf groter moest worden en dat dat het belangrijkste was. Maar uiteindelijk had ik mezelf ook serieus moeten nemen. Dat besef kwam pas later, maar ik weet nu dat als ik beter voor mezelf had gezorgd, het resultaat voor iedereen beter was geweest.”
“Hoe heb je het gecombineerd, moeder zijn en een bedrijf opbouwen? Ik weet dat deze vraag vaak beladen is. Er hangt een soort taboe omheen, zeker in de media. Waarom wordt deze vraag bijna altijd aan vrouwen gesteld en niet aan mannen? Laatst zei iemand iets wat ik heel treffend vond: ‘Het gaat er niet om dat de vraag niet aan vrouwen gesteld mag worden, maar waarom wordt hij niet ook aan mannen gesteld?’ Dat zet je aan het denken. Het blijft een waanzinnig relevante vraag, omdat het iets is waar veel vrouwen – en moeders in het bijzonder – mee worstelen.
Dus ik wil het toch vragen: hoe heb jij het gedaan? Hoe heb je het gecombineerd, moeder zijn en tegelijkertijd een bedrijf opbouwen?”
“Ik heb thuis veel steun gehad. Toen mijn derde kind werd geboren in 2020, heb ik meteen een oppas aan huis geregeld. Dat was eigenlijk toen ik net met mijn bedrijf was gestart en bijna wilde opgeven. De oppas kwam drie dagen per week bij ons thuis, zorgde voor de kinderen, deed het huishouden en kookte. Het gaf me enorm veel rust, vooral omdat ik de kinderen niet ergens naartoe hoefde te brengen. Ze hadden gewoon een stabiele basis thuis. Inmiddels hebben we twee oppassen die elkaar afwisselen, zodat we de opvang goed geregeld hebben. Dat heeft me echt geholpen. Ik probeer ook heel duidelijk te zijn in mijn tijdsindeling: als ik op werk ben, ben ik volledig op werk gefocust. Thuis probeer ik dan zoveel mogelijk echt aanwezig te zijn, al is dat soms nog wel een uitdaging. In het weekend tune ik soms helemaal uit, dan weet ik echt even niet meer wat er op werk allemaal speelt. Op zondagavond of maandagmorgen schakel ik dan weer om naar werk. Voor mij werken duidelijke, afgebakende tijdsblokken heel goed om die balans te houden.”

“Heb je daarin altijd een scheiding gemaakt tussen werk en privé?”
“Dat is echt iets wat ik gaandeweg heb geleerd. In 2019 heb ik bijvoorbeeld snel een kantoor gehuurd, al was het maar een klein kantoor. Dat gaf me veel meer rust. Voorheen werkte ik thuis en dan stond ik letterlijk tussen de kinderspullen en mijn werk. Dat was niet ideaal.”

“Hoe heb je klanten gekregen en hoe lang blijven ze klant?”
“In het begin was het echt alleen maar acquisitie, puur gericht op groei. Onze KPI’s waren bijvoorbeeld: zoveel volgers op Instagram, zoveel op LinkedIn, zoveel websitebezoekers. Het ging heel erg om bereik. We hebben bijvoorbeeld referrals geprobeerd, maar dat werkte niet zo goed voor ons. Wat wel werkt, is het leveren van hele goede service. Klanten moeten het gevoel hebben dat we echt voor ze zorgen, zodat ze blijven terugkomen en het zich uiteindelijk zelf gaat terugverdienen.”

Heb je veel concurrenten?”
“Ja, die zijn er altijd geweest. Het idee op zich is niet heel vernieuwend; er zijn genoeg mensen die hieraan hebben gedacht. Maar wat ons onderscheidt, is onze samenwerking met de merken. We kopen de producten niet zelf in, maar werken met de merken samen. Als een product verhuurd wordt, betalen we een deel van de huuropbrengst aan het merk. Dit zorgt ervoor dat zij ook baat hebben bij het succes van het verhuurmodel. Vanuit een circulair perspectief past dat ook goed. Merken hebben er belang bij om producten te ontwikkelen die geschikt zijn voor verhuur, omdat ze er dan vaker aan verdienen.”

“Hoe werkt dat praktisch?”
“De merken doen ook een deel van de marketing voor ons. Uiteindelijk is het doel dat ze huurknoppen op hun eigen websites plaatsen die naar ons doorverwijzen. Zo zijn wij meer de servicepartij, maar wel onder ons eigen merk. We hebben er bewust voor gekozen om dit niet als white label aan te bieden, omdat we dan eigenlijk alles wat we de afgelopen vijf jaar hebben opgebouwd, inclusief onze kennis en expertise, voor een relatief laag bedrag weggeven. Dat zou echt zonde zijn.”

“Naast alles wat je al hebt genoemd: zijn er nog meer hulpbronnen voor jou geweest tijdens deze reis?”
“Een grote hulpbron is een circulaire ondernemers groepje waar ik in zit. We hebben allemaal een vergelijkbaar bedrijfsmodel en zitten in dezelfde fase, wat ons echt verbindt. Het helpt enorm om te weten dat anderen tegen dezelfde dingen aanlopen. We concurreren niet met elkaar, dus we kunnen heel open en eerlijk zijn. Dat geeft me veel steun. En ik kan er helemaal mezelf zijn. Bij medewerkers of investeerders moet je toch altijd rekening houden met hun belangen. Maar hier kan ik alles delen zonder dat er iets op het spel staat. Het voelt als een veilige plek.”

“Hoe ben je in die groep terechtgekomen?”
“Ik was ernaar op zoek, naar gelijkgestemden. Iemand anders had het initiatief genomen, en zo ben ik erin gerold. Het is een mooie mix van mensen die elkaar echt willen helpen.”

“We zouden een hele avond kunnen vullen met een discussie over de circulaire economie, maar kun jij een paar kernpunten samenvatten die iedereen zou moeten weten? Of misschien beter nog: wat is jouw visie hierop, en welke zorgen of belangrijke aspecten zie jij?”
“Ja, dat is een grote vraag, maar ik denk dat we voor de circulaire economie echt moeten samenwerken. Geen enkel bedrijf kan het hele proces van productie, hergebruik, en recycling alleen afhandelen. Het is onmogelijk om al die stappen zelfstandig te innoveren, dus het is cruciaal om sterke ketenpartners te hebben. Zonder samenwerking kunnen we simpelweg niet duurzaam genoeg worden.

Wat mensen vaak niet weten, is dat de meeste aandacht nog altijd naar recycling gaat, terwijl dat eigenlijk het laagste niveau van de circulaire economie is. Het belangrijkere werk zit in de fases daarvoor: verminderen (reduce) en hergebruik (reuse). Recycling is echt de laatste stap. Minder kopen en minder grondstoffen gebruiken, dat is het meest effectief. En daar zouden we als maatschappij veel meer op moeten focussen.”

“Als we het over die fases hebben, zoals reduce en reuse, waar zitten volgens jou de grootste uitdagingen?”
“Zoals ik al zei, reduce is eigenlijk de belangrijkste stap. Minder spullen produceren en consumeren is waar de meeste impact gemaakt kan worden. Maar voor bedrijven is dat natuurlijk lastig, want wie verdient er geld aan ‘minder’ verkopen? Dat is waar het huidige economische model ons tegenwerkt. Bedrijven worden nog niet genoeg beloont voor het verminderen van hun product volume. En zolang dat zo blijft, zullen bedrijven eerder kiezen voor recycling of zelfs nieuwe producten blijven maken, omdat dat financieel voordeliger is.

Daarom zijn we met een lobbyclub bezig om veranderingen in de wetgeving te pushen. We willen dat de belasting op grondstoffen omhoog gaat en de belasting op arbeid omlaag. Zolang het goedkoper is om nieuwe spullen uit bijvoorbeeld China te halen dan om hier spullen te hergebruiken, komen we niet veel verder.”

“Dat klinkt heel logisch, maar politiek gezien zijn er natuurlijk veel belangen die tegenwerken.”
“Precies. Het is een politieke strijd, want het gaat om het veranderen van gevestigde belangen. We hebben een systeem gecreëerd dat gebaseerd is op voortdurende consumptie. Als je nu kijkt naar ons businessmodel, dan is de grootste uitdaging dat wij meer verdienen als we een product over langere tijd kunnen verhuren. Als je een kinderwagen één keer verkoopt, verdien je misschien 100 euro, maar als je diezelfde wagen meerdere keren verhuurt, kan dat over drie jaar 300 euro opleveren. Toch kiezen bedrijven vaak voor die snelle 100 euro, omdat dat meer zekerheid biedt. Daar ligt een grote uitdaging, vooral in termen van hoe bedrijven hun financiën voorfinancieren.”

“Dat vraagt om een flinke mindset-verandering.”
“Ja, dat klopt. Gelukkig zien we dat bedrijven nu wel meer willen doen op het gebied van duurzaamheid, en dat er langzaamaan een shift komt. Maar uiteindelijk moet het financieel kloppen, anders is het niet schaalbaar.”

“Geef je die inzichten ook terug aan de merken waarmee je werkt? Bijvoorbeeld aan Bugaboo? Zeg je ze wat er beter kan in het ontwerpproces?”
“Ja, dat proberen we zeker te doen. We geven bijvoorbeeld feedback over welke onderdelen van de kinderwagen het snelst slijten of vervangen moeten worden. Maar de ontwerpfase van een kinderwagen duurt bij een merk als Bugaboo zo’n vier of vijf jaar, dus tegen de tijd dat wij met feedback komen, zijn ze alweer bezig met de ontwikkeling van de volgende modellen. Dat is een uitdaging, maar we blijven in gesprek. Wat wel leuk is, is dat we ontwerpers uitnodigen om mee te denken over hoe ze het product anders kunnen ontwerpen als ze weten dat het meerdere keren wordt gebruikt. Dat leidt tot heel andere ontwerpoplossingen.”

“Dus jullie hebben echt invloed op het ontwerpproces?”
“Ja, maar dat gebeurt nog op kleine schaal. De volgende stap voor ons is om dit meer te automatiseren en vast te leggen in rapportages. Ik wil bijvoorbeeld een impact report voor elke productcategorie waarin we precies kunnen laten zien hoe vaak een kinderwagen wordt gebruikt, welke onderdelen het vaakst gerepareerd worden, en hoeveel levensduur het product heeft. Nu zit die kennis nog vooral in onze hoofden, maar het moet echt meetbaar worden. Het is echt een groeiproces, en door alles beter vast te leggen, kunnen we nog grotere stappen zetten.”

“Een ander onderwerp: hoe heb je je persoonlijke verhaal ingezet in je PR-strategie? Het lijkt alsof dat een grote rol speelt in hoe jullie verhaal naar buiten komt.”
“Ja, dat klopt. Ik ben er eigenlijk heel organisch ingerold. In het begin vertelde ik gewoon over mijn persoonlijke ervaring, en ik merkte dat dit veel meer aandacht trok op platforms zoals LinkedIn dan wanneer we puur productgerichte berichten plaatsten. Dat was voor mij een eye-opener. Onze PR-dame gaf ook aan dat mijn persoonlijke verhaal veel beter werd opgepikt in de media. We hebben gemerkt dat als ik vertel over mijn eigen ervaring als moeder en ondernemer, dat dat veel meer resoneert bij mensen. Inmiddels probeer ik dit bewuster in te zetten, maar het begon eigenlijk heel natuurlijk.”

“Dat is interessant. Zet je jezelf nu bewust als het gezicht van het bedrijf neer?”
“Ja, op een bepaalde manier wel, maar ik probeer ook een balans te vinden. Het gaat niet alleen om mij als persoon, maar ook om de missie van het bedrijf. Ik praat ook over trends en hoe ik andere bedrijven zie innoveren. Het is belangrijk om jezelf niet te beperken tot één narratief. En ja, ik cheer ook vaak voor andere bedrijven, want dat werkt gewoon. Die energie krijg je vaak terug.”

“Je positioneert jezelf als ondernemer, maar je geeft ook ruimte aan anderen. Dat is mooi om te zien.”
“Ja, en het werkt ook echt. Ik geloof heel erg in positieve energie. Door andere bedrijven te steunen, bouw je een netwerk op van gelijkgestemden, en dat helpt je uiteindelijk allemaal verder.”

“Je hebt het eerder gehad over investeerders. Hoe is die relatie voor jou veranderd naarmate je bedrijf groeide? Wat heb je geleerd van je relatie met investeerders?”

“Ik heb heel veel geleerd over hoe je jezelf presenteert en overkomt. In het begin voelde ik me vaak onzeker in gesprekken met investeerders, vooral als ik tegenover mannen zat. Ik had eens een heel slecht gesprek met een investeerder tijdens een videocall in de corona tijd. Er waren nieuwe contactpersonen en mijn vaste contactpersoon was er niet bij. Het voelde al vanaf het begin stroef en het werd niet beter. Die investeerder zei letterlijk: ‘Je hebt maar zo weinig klanten, je zou toch veel groter kunnen zijn?’ Dat kwam hard aan en dat gesprek bleef me bij. Het heeft zelfs invloed gehad op een andere investering die niet doorging, omdat die slechte ervaring doorsijpelde.”

“Hoe heeft dat je veranderd?”
“Dat gesprek leerde me hoe belangrijk het is om zelfverzekerd over te komen en je verhaal goed te vertellen. Investeerders willen vaak harde cijfers horen, zoals hoeveel klanten je hebt en hoe lang ze blijven. Daar moet je op voorbereid zijn en die informatie zo uit je mouw kunnen schudden. Maar ik heb ook geleerd dat het belangrijk is om duidelijk te zijn over je visie en je plannen voor de toekomst. Je moet groots durven denken en dat ook uitstralen. Nu ga ik veel zelfverzekerder zulke gesprekken in en stel ik veel meer zelf de agenda vast in plaats van af te wachten wat zij willen horen. Ik heb geleerd dat ik de touwtjes in handen heb, want uiteindelijk ben ik degene die het bedrijf draaiende houdt.”

“Hoe is je relatie met investeerders nu?”
“Eigenlijk heel goed. In het begin keek ik erg tegen ze op en dacht ik: ‘Als zij iets willen, moet ik dat doen.’ Maar nu realiseer ik me dat ze net zo afhankelijk van mij zijn als ik van hen. Als ik stop, hebben ze niets meer. Dus nu weet ik dat ze ook goed voor mij moeten zorgen. Ik bepaal nu veel meer de koers en stel mijn eigen belang voorop, want zonder mij is er geen bedrijf. Dat inzicht heeft me echt geholpen om steviger in mijn schoenen te staan.”

“Het klinkt alsof je in al je relaties — met werknemers, investeerders, en partners — steeds meer jezelf centraal bent gaan stellen. Klopt dat?”

“Ja, zeker. Ik heb geleerd dat het belangrijk is dat het goed met mij gaat. Als ik niet goed in mijn vel zit, kan ik mijn werk niet goed doen, en dan heeft niemand er iets aan. Dat geldt ook voor mijn relatie met investeerders. Uiteindelijk moet ik het doen, en als ik om hulp vraag, is dat omdat ik die hulp nodig heb, maar ik verwacht niet dat zij de problemen voor me oplossen. Die verantwoordelijkheid ligt nog steeds bij mij.”

“Ik moet denken aan die vraag die je man ooit stelde tijdens jullie wandeling in het bos: ‘Als je nog maar vijf jaar te leven had, wat zou je dan doen?’ Dus stel dat dit jouw laatste vijf jaar zouden zijn, wat zou je dan doen? Wat is voor jou echt belangrijk in de komende vijf jaar?”
“Ik wil echt veel meer genieten van de fase waarin ik nu zit. Minder vooruitkijken, durf dromen natuurlijk, maar minder in de toekomst leven en veel meer genieten van het nu. Zowel thuis als in het bedrijf. Er zit zo veel charme in de fase waarin we nu zitten, met een klein team, korte lijntjes, we weten alles van elkaar. Soms verlang ik naar groter worden, maar tegelijkertijd wil ik echt genieten van de charme van deze fase. Dus ja, dat zou ik doen: genieten van elke stap.”

“Genieten van elke stap… Ja. Is er iets wat jij nog zou willen delen, iets wat je hier nog kwijt wilt?”
“Ja, ik denk dat het goed is om te benoemen dat wat je aan de voorkant ziet, op social media bijvoorbeeld, heel anders is dan wat er achter de schermen gebeurt. Mensen zien het PR-verhaal en denken vaak dat het allemaal goed gaat, maar de realiteit is dat het achter de schermen heel anders kan zijn. Dat is wel iets om te beseffen.”

“Ja, dat is zeker belangrijk. Wat is iets waar je dan nu echt mee worstelt?”
“Nou, er zijn altijd uitdagingen. Ik denk dat het belangrijk is om te realiseren dat er altijd wel iets is. Soms denk je, ‘Oh, ik heb dit opgelost’, en dan gebeurt er weer iets anders. Elke dag komt er wel iets nieuws. De stoep wordt opgebroken, iemand knipt per ongeluk de internetkabel door, er is iemand ziek, of er gebeurt iets anders onverwachts. Dat kan me echt zorgen baren en uit het veld slaan, maar het is ook een realiteit die er gewoon bij hoort.”

“Dat houdt nooit op, hè?”
“Nee, precies. Er is altijd iets.

“Dat is ook waar we het eerder over hadden, de titel van vandaag is ‘Van idee naar resultaat’. Hoe kijk jij nu naar resultaat? Want het lijkt soms alsof we resultaat zien als een eindbestemming. Heb jij nu je resultaat bereikt, of is het eigenlijk steeds weer een nieuw startpunt?”
“Ja, ik heb dat ook lang gedacht. ‘Als ik dat bereik, dan ben ik er.’ Maar je bent er dus nooit echt, en tegelijkertijd ben je er altijd. Het gaat echt om de reis. Ik heb zoveel geleerd, zoveel mooie dingen meegemaakt, en dat is het resultaat voor mij. Het is een persoonlijke ontwikkelingsreis geweest, en dat blijft het ook, elke dag weer.”

“Hoe merk je dat het zin heeft gehad, dat je dit allemaal hebt geleerd?”
“Nou, ik merk dat ik elke dag een beetje rustiger word. In het begin was ik altijd enorm in mijn hoofd, en dat gebeurt nog steeds wel, maar ik kan nu makkelijker dingen loslaten. Als er iets gebeurt, weet ik nu: het hoort erbij. En morgen lossen we het wel op. Dus ik ervaar meer rust, en daardoor kan ik meer genieten.”

“Dankjewel voor je openheid en het delen van je verhaal met ons.”

0 Shares

Annemarie Renes van Asselen

Owner Women development boutique | Leadership development | Awareness growth | Inclusion

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

footer logo
WDB op Social Media
Contact
Scroll naar boven
0 Shares
Share
Tweet